Autorijden met een persoonlijkheidsstoornis

Laatste update:
29 juli 2025
Leestijd: 18 Minuten
Auteur:
Esther Reitsema

Als u een persoonlijkheidsstoornis heeft, is dat vaak van grote invloed op uw dagelijks leven. Het kan bijvoorbeeld uw werk, relaties en sociale netwerk negatief beïnvloeden. Maar een persoonlijkheidsstoornis kan ook invloed hebben op uw rijvaardigheid. Daarom gelden er extra regels voor autorijden als u een persoonlijkheidsstoornis heeft. Soms is het nodig om een rijbewijskeuring te ondergaan. We vertellen u alles wat u moet weten over een persoonlijkheidsstoornis en autorijden.

Wat is een persoonlijkheidsstoornis?

Iedereen heeft een persoonlijkheid. Uw persoonlijkheid bepaalt hoe u naar uzelf, anderen en situaties kijkt, wat u van gebeurtenissen vindt en hoe u met uw emoties omgaat. Als u een persoonlijkheidsstoornis heeft, zijn bepaalde eigenschappen zo sterk dat u moeite heeft om goed op situaties te reageren. Dit leidt tot allerlei problemen in het dagelijks leven. 

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis krijgen hier meestal het eerst last van tussen hun 10e en 20e levensjaar. In sommige gevallen wordt een persoonlijkheidsstoornis pas op latere leeftijd duidelijk. Vaak hebben mensen met een persoonlijkheidsstoornis ook een andere persoonlijkheidsstoornis of een psychische aandoening, zoals een depressie, angststoornis of ADHD. 

In Nederland hebben ongeveer 7 op de 100 mensen een persoonlijkheidsstoornis. 

De verschillende soorten persoonlijkheidsstoornissen

Er zijn 10 verschillende persoonlijkheidsstoornissen die worden onderverdeeld in 3 clusters:

  • Cluster A
    • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
    • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
    • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
  • Cluster B
    • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
    • Borderline persoonlijkheidsstoornis 
    • Theatrale persoonlijkheidsstoornis
    • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • Cluster C
    • Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
    • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
    • Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis / obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

Cluster A

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis in cluster A kunnen voor anderen vreemd of apart overkomen. Ze zijn het liefst alleen en hebben weinig contact met anderen. 

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

Als u een paranoïde persoonlijkheidsstoornis heeft, vindt u het moeilijk om anderen te vertrouwen. U bent altijd angstig en op uw hoede, zonder daar een goede reden voor te hebben. 

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

Als u een schizoïde persoonlijkheidsstoornis heeft, heeft u weinig behoefte aan contact. U leeft zoveel mogelijk op uzelf en vindt het niet leuk om met anderen op te trekken. Ook heeft u moeite om gevoelens van anderen te begrijpen.

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Als u een schizotypische persoonlijkheidsstoornis heeft, denk, voel en beleef je dingen heel anders dan anderen. Hierdoor wordt u door anderen vaak als vreemd en excentriek gezien. U bent ook vaak achterdochtig en voelt zich ongemakkelijk in gezelschap. 

Cluster B

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis in cluster B hebben moeite om met hun emoties om te gaan. 

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

Als u een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft, vindt u het moeilijk om rekening te houden met anderen. U houdt zich niet aan regels en doet dingen zonder na te denken over de gevolgen. Daardoor brengt u zowel zichzelf als anderen regelmatig in de problemen.

Borderline persoonlijkheidsstoornis

Als u een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft, bent u onstabiel, zijn uw emoties heftig en kunt u onvoorspelbaar reageren. Ook uw relaties verlopen grillig. Het ene moment wilt u naasten dichtbij zich hebben, en het andere moment wilt u juist afstand. U bent ook bang om in de steek gelaten te worden door geliefden.

Theatrale persoonlijkheidsstoornis 

Als u een theatrale persoonlijkheidsstoornis heeft, houdt u van aandacht. U heeft de neiging om uw emoties te overdrijven en deze op een dramatische manier te uiten. Als u geen aandacht krijgt, bent u zeer teleurgesteld. Dit leidt tot stress, lichamelijke klachten en het gevoel niet goed genoeg te zijn. 

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

Als u een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft, heeft u het gevoel dat u beter bent dan anderen. U bent egoïstisch en dominant en u wil graag bewonderd worden. Dit is echter één kant van de stoornis. Diep van binnen is er sprake van een extreem gevoel van minderwaardigheid en onzekerheid. Narcisme is moeilijk te herkennen.

Cluster C

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis in cluster C zijn over het algemeen heel angstig en onzeker. Ze vinden het lastig om relaties aan te gaan of zijn juist bang om mensen te verliezen. 

Vermijdende persoonlijkheidsstoornis

Als u een vermijdende persoonlijkheidsstoornis heeft, denkt u negatief over uzelf. U bent onzeker en verlegen en u bent bang dat anderen u raar, stom, saai of onaardig vinden. Hierdoor vermijdt u sociale situaties zoveel mogelijk. 

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis 

Als u een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis heeft, vindt u het moeilijk om zelfstandig dingen te ondernemen. U heeft veel advies en geruststelling van anderen nodig. U wilt altijd iemand in de buurt hebben op wie u kunt leunen en u bent bang om geliefden kwijt te raken. 

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis / obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

Als u een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis of obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis heeft, bent u extreem perfectionistisch en geordend. Dagelijkse dingen moeten volgens bepaalde regels of in een bepaalde volgorde gebeuren, anders voelt u zich niet goed. Persoonlijke relaties verlopen moeizaam omdat u zowel aan uzelf als aan anderen hoge eisen stelt. 

Oorzaken

Meestal is er voor het ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis niet één specifieke oorzaak aan te wijzen. Vaak is er sprake van een combinatie van factoren. De volgende factoren kunnen een rol spelen:

  • Erfelijke factoren: in sommige families komt een persoonlijkheidsstoornis vaker voor. Mensen in deze families zijn kwetsbaarder voor het ontwikkelen van een persoonlijkheidsstoornis. 
  • Psychologische factoren: bepaalde levensgebeurtenissen kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis. Vaak gaat dit om heftige en traumatische gebeurtenissen, zoals seksueel misbruik, gepest worden of vroege verlating.
  • Omgevingsfactoren en sociale factoren: ook de omgeving waarin iemand opgroeit kan van invloed zijn. Denk aan de gezinssituatie, de levensstandaard, verschuivingen op de sociale ladder of gevolgen van migratie. 

Gevolgen

De gevolgen van een persoonlijkheidsstoornis verschillen erg per persoon. Maar vaak zijn de gevolgen langdurig en hardnekkig. De meeste mensen met een persoonlijkheidsstoornis krijgen op een gegeven moment problemen in hun dagelijks leven. Vooral contact met anderen is vaak problematisch. Zowel uzelf als mensen in uw omgeving hebben last van uw persoonlijkheidsstoornis. Vaak lopen persoonlijke en/of sociale relaties vast. Er kunnen als gevolg van uw persoonlijkheidsstoornis ook andere psychische problemen ontstaan, zoals depressiviteit, emotionele instabiliteit en angst. 

Behandeling

Er is geen eenduidig antwoord op de vraag of een persoonlijkheidsstoornis te genezen is. Dit is afhankelijk van verschillende factoren. Meestal kan een persoonlijkheidsstoornis goed behandeld worden. De volgende behandelmethoden zijn mogelijk:

  • Psychotherapie: dit is de beste behandeling bij een persoonlijkheidsstoornis. Meestal bestaat psychotherapie (voor een deel) uit het voeren van gesprekken met een therapeut. Het doel is om uw klachten te verminderen. Er worden verschillende vormen van psychotherapie toegepast bij het behandelen van een persoonlijkheidsstoornis. Voorbeelden zijn Dialectische Gedragstherapie (DGT), Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT), Schematherapie (ST) en Transference-Focused Psychotherapy (TFP).
  • Sociaal-psychiatrische begeleiding: hierbij leren u en uw naasten beter om te gaan met uw persoonlijkheidsstoornis met behulp van begeleiding door een GZ-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog of psychiater. 
  • Medicijnen: er zijn geen medicijnen tegen een persoonlijkheidsstoornis. Wel kunt u medicijnen voorgeschreven krijgen die bepaalde klachten verminderen. Dit is vaak een aanvulling op psychotherapie. 
  • Vaktherapie: voor sommige mensen met een persoonlijkheidsstoornis is het prettig om niet alleen met iemand te praten, maar ook dingen te doen. Denk aan muziek maken, dansen of beeldend werken. De verzamelnaam voor dergelijke therapieën is vaktherapie. 

Autorijden met een persoonlijkheidsstoornis

Als u een persoonlijkheidsstoornis heeft, kunt u moeite hebben met vaardigheden die belangrijk zijn bij autorijden. Daarom gelden er extra regels voor autorijden met een persoonlijkheidsstoornis. 

Melding maken bij het CBR 

Soms is het nodig om een melding te maken bij het CBR. Welke regels voor u gelden, is afhankelijk. We bespreken de volgende situaties:

  • Ik heb een persoonlijkheidsstoornis en ik ga rijexamen doen
  • Ik heb al een rijbewijs en ik ben gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis

Ik heb een persoonlijkheidsstoornis en ik ga rijexamen doen

Iedereen die rijexamen wil doen, vult een Gezondheidsverklaring in. Dit is een lijst met vragen over uw gezondheid. U bent verplicht om deze naar waarheid in te vullen. Als u een persoonlijkheidsstoornis heeft, geeft u dat aan op de Gezondheidsverklaring. Het CBR gaat dan onderzoeken of u ondanks uw stoornis veilig kunt rijden. 

Ik heb al een rijbewijs en ik ben gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis

Heeft u al een geldig rijbewijs en bent u onlangs gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis? Dan adviseert het CBR om met uw psychiater in gesprek te gaan over autorijden. Hij of zij kan goed inschatten of uw stoornis invloed heeft op uw rijvaardigheid en of het nodig is om een Gezondheidsverklaring in te vullen. Uiteindelijk bepaalt u zelf of u dit doet. Als u besluit om een Gezondheidsverklaring in te vullen, geeft u hierop aan dat u een persoonlijkheidsstoornis heeft. Het CBR gaat dan onderzoeken of u rijgeschikt bent. 

Onderzoek

Na het ontvangen van uw Gezondheidsverklaring start het CBR een onderzoek naar uw rijgeschiktheid. U krijgt een verwijzing naar een keuringsarts voor een medische keuring rijbewijs. Hierbij onderzoekt een arts uw algemene gezondheid en spreekt hij/zij met u over uw medische voorgeschiedenis. Soms is dit genoeg voor het CBR om een besluit te nemen over uw rijgeschiktheid, maar in sommige gevallen is er meer informatie nodig. U krijgt dan ook nog een verwijzing naar een psychiater. De psychiater gaat met u in gesprek over uw persoonlijkheidsstoornis en deelt zijn/haar bevindingen met het CBR. 

Uitslag

Als het CBR alle benodigde informatie heeft verzameld, neemt het een besluit over uw rijgeschiktheid. Als u rijgeschikt wordt verklaard, krijgt u een rijbewijs voor een onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd. Een rijbewijs voor onbepaalde tijd heeft een geldigheidsduur van 10 jaar. Dit rijbewijs kunt u verlengen zonder opnieuw een Gezondheidsverklaring in te vullen. Een rijbewijs voor bepaalde tijd is 5 jaar, 3 jaar of 1 jaar geldig, afhankelijk van uw medische situatie. Bij het verlengen van dit rijbewijs moet u opnieuw een Gezondheidsverklaring invullen. Het CBR gaat dan onderzoeken of u nog steeds rijgeschikt bent. 

U kunt ook ongeschikt worden verklaard. Lees wat u dan kunt doen in ons blog Wat als u niet slaagt voor uw rijbewijskeuring?

Veelgestelde vragen

phone
Wat zijn borderline kenmerken? 
Voorbeelden van borderline kenmerken zijn stemmingswisselingen, impulsiviteit, verlatingsangst, identiteitsproblemen en zwart-wit denken.

Auteur informatie
Esther Reitsema
Communicatiespecialist
Dit artikel is gepubliceerd op 21 juli 2025 en is het laatst aangepast op 29 juli 2025.